Geloofsverschuiving

In maart 2014 adviseerde Apple topman Tim Cook een belegger en klimaatontkenner – die er op aandrong dat Apple alleen zou investeren in zaken die winstgevend zijn – om niet langer in Apple te beleggen. “If you want me to do things only for ROI reasons, you should get out of this stock”, voegde hij de aandeelhouder toe.

Wanneer de tijdgeest precies verandert is moeilijk te zeggen, maar dit was een van de eerste kritische geluiden uit de corporate wereld over de dominante mentaliteit ten tijde van het vrije marktdenken en aandeelhouderskapitalisme; de fixatie op eigenbelang en winstbejag vóór alles.     

Onbehagen

Het geluid dat Cook liet horen is geen unicum meer. Sindsdien hebben veel gerespecteerde topmensen uit politiek, wetenschap en zakenleven – veelal naar aanleiding van ophef over exorbitante bonussen en salarissen, of het hanteren van de financiële doelstelling als enige maat der dingen – kanttekeningen geplaatst bij gevolgen van een onwankelbaar geloof in de vrije markt en een gelijktijdig terugtredende overheid die decentraliseert, privatiseert en bezuinigt.

Zij wijzen ondermeer op te weinig oog voor ‘grote issues’ als klimaatverandering en duurzaamheid, op sociaal maatschappelijke effecten als toenemende kansen-, inkomens- en vermogensongelijkheid, verminderde baanzekerheid en afnemende bereikbaarheid van publieke zaken als huisvesting, zorg en onderwijs.

Wat voor land?

In commentaren wordt zorg geuit over dalende solidariteit en worden de ontwikkelingen gezien als een potentiële bedreiging voor de democratie en het vertrouwen in instituties en de rechtstaat. De groeiende kloof en het wederzijds wantrouwen tussen overheid en bedrijfsleven – en tussen deze twee en de samenleving – en het kennelijk ontbreken van de (politieke) wil om problemen in gezamenlijkheid te adresseren, roept de vraag op: wat voor land willen we zijn?

De beantwoording van die vraag kent varianten, maar de antwoorden van de beschouwers hebben een duidelijke gemene deler: er wordt gepleit voor moraliteit, voor meer oog voor het algemeen belang en voor het handelen naar waarden als rechtvaardigheid, eerlijkheid en saamhorigheid. Het moet afgelopen zijn met het handelen dat uitsluitend gemotiveerd wordt door eigenbelang. Het moet in de politiek en in het bedrijfsleven ook afgelopen zijn met de weigering om oog te hebben – of rekenschap af te leggen – voor consequenties van beleid of bedrijfsvoering.

Fatsoen

In praktische zin vertalen deze oproepen zich in adviezen om samen te werken, om gelijkheid en gelijkwaardigheid als beginsel te aanvaarden, om het algemeen belang in besluitvorming mee te wegen en om beleid te maken op basis van een lange termijn visie, in plaats van op een korte.

Minister president Rutte liet zich, reagerend op geluiden als deze, tijdens het kamerdebat over de coronacrisis ontvallen “We zijn natuurlijk een land dat in de kern diep-socialistisch is”. Als hij daarbij doelt op de klaarblijkelijk levende wens om te komen tot een rechtvaardiger verdeling van kansen en inkomen, dan had hij ook kunnen concluderen dat ‘wij een land zijn dat simpelweg verlangt naar fatsoen’. 

Momentum

De coronacrisis lijkt het gevoel van urgentie voor verandering te hebben versterkt. Hervormingsgezinde geluiden en voorstellen uit de corporate wereld van ondermeer oud topbestuurders als Feike Sijbesma, Paul Polman, Herman Wijfels en Ben Verwaaijen krijgen steeds meer bijval. Notabel is ook het geluid van Jaap Winter en een groep van – als ‘rebellen’ aangeduide – hoogleraren vennootschapsrecht, die er voor pleiten dat de maatschappelijke verantwoordelijkheid van ondernemingen wettelijk wordt vastgelegd, ook omdat een beroep op fatsoen niet altijd toereikend zal zijn.  

De focus in het bedrijfsleven en politiek verschuift onmiskenbaar van ‘ik’ naar ‘wij’, van eigenbelang naar gedeeld belang, van de korte naar de lange termijn. Er komt ruimte voor de gedachte dat het bedrijfsmatig proces niet uitsluitend door de financiële uitkomst moet worden geleid. De opvatting dat de vrije markt regie en toezicht behoeft, wint terrein.

Zelfs Mark Rutte, bij zijn aantreden als minister-president nog fervent voorstander van het vrije marktdenken en een kleine overheid, ruilde zijn zelfverklaarde geloof in de ideale rol van de overheid in voor een nieuwe variant: “Ik geloof in een sterke staat.”

Samen

Met vele anderen omarmt Rutte nu het gevleugelde woord dat door de coronacrisis in ieder betoog valt: ‘Samen’. ‘Alleen samen komen we er uit’, ‘We zullen het samen moeten doen’.

Rutte

Deze nieuwe overtuiging biedt organisaties in het maatschappelijk middenveld, zoals verenigingen en bonden, kansen. Na jaren waarin hun invloed beperkt leek, komen verenigingen – altijd al gespecialiseerd in ‘samen’ – weer voor het voetlicht als aanspreekpunt van, en spreekbuis voor, hun achterban. Lang was de zichtbaarheid van deze ledenorganisaties niet zo groot. En lang werd hun rol als verbinder tussen verschillende groepen belanghebbenden niet zo gewaardeerd.

Veel verenigingen spelen nu een exemplarische rol in het bevorderen van samenwerking en als verbinder tussen partijen met uiteenlopende belangen. De inmiddels ‘BN’er’, voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Intensive Care, Diederik Gommers vatte de opdracht in zijn sector mooi samen in een talkshow: “Van Covid hebben we geleerd; samenwerken is heel belangrijk. We moeten samenwerken, niet onze concurrent zijn, want zo hebben we met elkaar de crisis opgelost.”

Verenigende kracht

In slipstream van de nieuwe wind die waait, komen ook andere verenigingen met opmerkelijke initiatieven waarin ‘samen’ wordt opgerekt tot ver buiten de traditionele grenzen van het louter behartigen van belangen van de eigen achterban. Een unieke brede coalitie van vierendertig partijen, waaronder brancheverenigingen, federaties en andere belangenorganisaties – met soms uiteenlopende belangen – hebben de Actieagenda Wonen opgesteld, waarmee, in samenwerking met het Rijk, het woningtekort in tien jaar moet worden aangepakt.

ledenonerzoek

De ondernemingsorganisaties VNO-NCW en MKB Nederland presenteerden onlangs hun nieuwe visie ‘Ondernemen voor Brede Welvaart’. De verenigingen melden dat ze kiezen voor ‘een nieuw kompas dat zich richt op het bereiken van een samenleving met gelijke kansen en werk, een duurzame leefomgeving en voldoende economische groei om die brede welvaart mogelijk te maken. Bovendien wil het bedrijfsleven meer verantwoordelijkheid nemen voor het oplossen van maatschappelijke vraagstukken’.

VNO-NCW

In een publicatie waarin hij de nieuwe visie becommentarieert, wijst Leo de Boer, directeur bij VNO-NCW op een indrukwekkend voorbeeld van de nieuwe rol die verenigingen als verbinder willen spelen. De ASAE, de 48.000 leden tellende Amerikaanse ‘vereniging van verenigingen’ verklaarde naar aanleiding van de maatschappelijke onrust en de bestorming van het Capitool: ‘It is ASAE’s hope and intention to be a unifying force in upholding faith in our institutions, our ability to engage in civil discourse for the good of society, and in America’s role as a beacon of democracy for the world’.

Afgaand op de Nederlandse initiatieven aan verenigingszijde leeft die wens hier niet minder dan in de Verenigde Staten. Als intenties worden geconcretiseerd zullen organisaties in het maatschappelijk middenveld weer een substantiële bijdrage leveren aan het ‘samen’ dat zo met verve gepropageerd wordt, en bijdragen aan een samenleving waarin het welzijn van mensen het zwaarst telt.  

Previous
Previous

Tussen de regels …

Next
Next

Het verenigen